Tweedehandsauto's als indicator


Een mooie nieuwe auto schijnt veel te doen voor het ego van een man. Persoonlijk heb ik daar niet zo’n last van. Ik heb nog nooit een nieuwe auto gekocht. Ik koop liever een tweedehandsje. Waarschijnlijk is de analist in mij nooit ver weg. Als je een klinische afweging maakt tussen kosten en opbrengsten, kom je al snel bij een tweedehandsauto terecht.

Steeds meer Amerikanen denken er blijkbaar ook zo over. Er is een enorme vraag naar tweedehandsauto’s waardoor ze flink duurder zijn geworden. Vlak voor de uitbraak van het coronavirus kostte een gemiddelde tweedehands $20.426. Vandaag is dat maar liefst $22.375. Dat is een prijsverschil van maar liefst 9%. Een gemiddelde SUV of pick-uptruck is in een jaar tijd zelfs 15% in prijs gestegen.

Inflatie is een teken van economische vraag. Meer vraag leidt tot hogere prijzen. Is dit een eerste zwaluw die wijst op een aankomende economische zomer? Ik denk het niet.

Deze prijsstijging komt inderdaad door een groter verschil van vraag en aanbod. Maar er zijn voor zowel de stijgende vraag als voor het dalende aanbod een aantal specifieke redenen. In het voorjaar hebben diverse autofabrieken door de lockdown een tijdje stilgelegen. Daardoor is er nu een beperkt aanbod van nieuwe auto’s. En als je dan geen nieuwe auto kan kopen, dan koop je een tweedehands. Tegelijkertijd nam de vraag naar auto’s toe, omdat veel Amerikanen het openbaar vervoer willen mijden uit angst voor coronabesmetting.

Ik vond die prijsstijging een leuk economisch nieuwtje. Maar tot mijn verbazing vertelden economen van zakenbank UBS me dat het juist de dure tweedehandsjes zijn die de inflatie zo laten stijgen. Terwijl deze auto's slechts 2,5% vormen van het totale Amerikaanse inflatiemandje. Maar de enorme prijsstijging resulteert volgens UBS in een effect van 0,38 basispunten op de Amerikaanse inflatie. En die is slechts 1,3%. Let wel, dat prijseffect is tijdelijk en zal waarschijnlijk snel weer wegebben.

Ook in Turkije zien we stijgende tweedehandsautoprijzen. Maar daar werkt het andersom. De Turkse vraag naar tweedehandsauto’s is zo hoog omdat Turken er een prima middel in zien om zich te beschermen tegen de hoge inflatie. Een auto wordt weliswaar minder waard, maar de Turkse lira daalt nog veel harder, dit jaar met maar liefst 28%.

Mocht u naar buiten kijken en denken dat uw tweedehandsje wellicht ook in waarde is gestegen, dan moet ik u teleurstellen. In Nederland zijn er vreemd genoeg vrijwel geen prijsstijgingen te zien op de markt voor tweedehandsauto's. Misschien een schrale troost is dat u dus ook niet tegen hoge inflatiecijfers zit aan te kijken.

Corné van Zeijl is analist en strateeg bij vermogensbeheerder Actiam en belegt ook privé. Reageer via: corne.vanzeijl@actiam.nl. Disclaimer en meer columns op fd.nl/vanzeijl.

AD